Een kaars voor geluk

Een kaars voor geluk

Eindelijk, het wordt winter! Gisteren zat ik op de fiets en speelde de koude wind met mijn haar. Hij rook heerlijk fris, het was het type wind waar je een loopneus van krijgt. Mijn favoriete soort. Ik vind hem prettiger dan de warme zomeravonden, prettiger dan de natte lentelucht. Waarom? Omdat ondanks de kou hij voor mij heel veel warmte symboliseert.

Bij dit weer mag de houtkachel aan, bij dit weer mogen de kaarsen branden. Als ik thuiskom steek ik als eerste kaarsjes aan. Pas vanaf dan ben ik echt thuis. Ik ben niet de enige heks met een zwakte voor kaarsen. Kaarsenmagie was de eerste soort van hekserij die ik leerde kennen.

Bij kaarsenmagie geef je jouw intenties mee aan de kaars. Kaarsen heb je in allerlei verschillende kleuren en maten, iedere kleur staat voor een andere intentie, en iedere heks zal een andere voorkeur hebben. Voor mijn gevoel is kaarsenmagie een van de veiligste vormen van magie. Je kan het minst verknallen en je doet het bijna altijd goed. Je hoeft je namelijk helemaal niet aan een kleurenschema te houden, intuïtief weet je welke kaars je wilt gebruikten.

Deze tabel komt uit: Buckland’s Complete Book of Witchcraft (1986)

Daarom vind ik het ook zo lastig om dit te schrijven. Ik heb kaarsen graag aan en ik vertrouw ze ook. Toch kwam ik er deze week achter dat kaarsen niet altijd sterk genoeg zijn. De Viking en ik maakten kans op een eigen huisje. De hele week heb ik kaarsen gebrand met intenties, met spreuken en heb ik gevisualiseerd dat wij die plek kregen. Ja, er zullen heksen zijn die het egoïstisch noemen, maar ik gebruikte dus magie in de hoop dat wij onze eigen plek kregen. Nee, voor het geval dat je twijfelt, magie gebruiken voor je eigen intenties loont niet.

Wie goed doet, die goed ontmoet; doe een ander niet aan wat je zelf niet wilt; de wet van 3: ik ken ze allemaal. Maar toch, toch kon ik mijzelf niet tegenhouden in het branden van de kaarsen en te hopen. Hopen op een eigen plek. Hopen dat de kaarsen het kleine extra zetje zouden geven om al die dromen waar te maken.  Misschien ben ik daarom ook wel zo teleurgesteld dat we het huisje niet kregen. Stiekem ben ik ook bang dat het door mij komt. Ik ben tenslotte degene die kaarsenmagie heeft gebruikt voor zijn eigen welzijn. Heb ik de scheidslijn overtreden? Ben ik te egoïstisch geworden met het gebruik van magie?

Waar ligt de scheidslijn tussen magie gebruiken om er zelf beter van te worden (dat wordt omschreven als egoïstisch) en een kaarsje aansteken voor geluk? Of haal ik mij teveel in mijn hoofd en hebben de kaarsen mij gewoon in de steek gelaten? Een stemmetje zegt: ‘het was niet zo bedoelt, doe niet zo zweverig.’ Als dat stemmetje gelijk heeft, vraag ik mij af waarom we überhaupt kaarsen branden? Waarom branden we kaarsen als we toch niets kunnen veranderen? Of kunnen we wel iets veranderen maar ging ik de scheidslijn over?

Ik ben heel benieuwd: Waarom branden jullie kaarsen? Hebben jullie wel een spellcandles gebruikt? En waar ligt voor jou de scheidslijn tussen hulp vragen en manipuleren om er zelf beter van te worden? Kan die scheidslijn bereikt worden met iets simpels als kaarsenmagie?

Wees gezegend,

Mirren

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.