Het Zwarte (maar welkome) Woud

Het Zwarte (maar welkome) Woud

“Ja, hier huizen geesten in het bos.” Daar begon het al mee. De eerste indruk ’s avonds op de camping in het Zwarte Woud. Ik keek haar een beetje ongelovig aan. De receptioniste, ik schat rond een jaartje of 45, keek bloedserieus naar boven. “Ja, we horen wel vaker rare dingen in het bos ’s nachts..”

Zoals je misschien al hebt gemerkt, Mirren en ik zijn de afgelopen weken in Duitsland verbleven. Midden in het Zwarte Woud hadden we een camping geboekt. Naast een bezoekje aan Magdalenenberg zijn we ook lekker aan het rondzwerven geweest. De receptioniste op de camping wist me vrij veel te vertellen over de omgeving, inclusief de roofridders en heksenjachten. Echter, niets wat ik niet wist, nadeel als je je interesseert in de geschiedenis.

Na een beetje rondgesurfd te hebben op internet, kwam ik inderdaad meldingen tegen van mensen die claimen geesten te hebben gezien rond Schapbach. Meldingen die spreken over Kelten en heksen. Dit is ook niet zo verbazend. Voor honderden jaren hebben de Kelten zich hier gevestigd en zijn hun rituelen met het bos verweven. Kunsten en handelingen werden generatie op generatie doorgegeven en zeker ten tijden van de vervolgingen, werd kennis met ‘heidense magie’ in verband gebracht. Honderden mensen zijn terechtgesteld. Deze werden vaak in het bos begraven of verbrand.

Terug naar het verhaal; Mirren en ik liepen dan toch omhoog richting het bos. Het was een uurtje of 22.00 ’s avonds en het was drukkend benauwd. Eenmaal 20 meter in het bos voelden we ons bekeken, en opeens vloog alle druk er af. Het bos, wat eerst achterdochtig voelde, voelde nu juist welkom. In het beekje naast het pad kwaakten kikkers, en we zagen paadjes tevoorschijn komen die niet door mensen worden gebruikt. Het bos kwam tot leven, en het was heerlijk.

De natuur verwelkomde ons. Mirren als kennis- en natuurheks was de eerste die opgelucht zuchtte. Ze was even thuis. Even een met het bos. Ik keek naar haar en het was een prachtig gezicht; hoofd omhoog naar de bomen met de ogen dicht. Vredig. Toen druppelde er water van de bladeren op mijn gezicht. Het wassende water wat aarde (mijn element) op zijn plaats zet. Het kwam als een schok, alsof ik letterlijk wortel schoot. Even voelde ik contact met de duizenden mensen die hier voor ons hadden gelopen. De natuur verwelkomde ons, en met haar alle energieën die hetzelfde hadden meegemaakt. We waren voor een moment één. Het leek als een sprookje, een legende.

Het werd donker en we besloten om terug te lopen. Mirren zag een schim bij de beek, voelde zich bekeken. Ik voelde aanwezigheid op de rotswand boven ons. We keken elkaar aan en besloten tegelijk, zonder te praten, om toch maar even een paar passen sneller te lopen. Er zweefde mist boven ons, waar de weersomstandigheden (toen droog met 20 graden, geen vochtigheid op de grond) het niet mochten toestaan. 5 meter voor de bosrand stopte het. We waren terug in het land der levenden, we waren terug in de realiteit.

En toch bezweer ik het je dat wanneer de mistslierten verdwenen, ik iemand zachtjes en liefelijk “bis bald” hoorde zeggen, als een moeder tegen haar kinderen. “Tot ziens..”

 

PS: Foto is zelf gemaakt vanuit dezelfde bosrand.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.