Je bent een galgaldr

Je bent een galgaldr

Herinneringen zijn dromen die echt zijn geworden.” Ik schrok een beetje wakker. We zaten alleen in de treincoupé, jaren terug, ergens om 01.00 ’s nachts, nog voordat ik Mirren ontmoette. Was ik echt zo hardop aan het nadenken? “Nee, je dacht niet hardop. Maar ik weet hoe je denkt. We hebben elkaar al eens eerder ontmoet.” Ik keek haar aan. Een vrouw van midden 40, een beetje smoezelig haar, de benen gekruist op de bank tegenover haar, ze keek recht in mijn ogen. “Ja, nu weet ik het zeker. Je hebt nog steeds die indringende blauwe ogen, en tegelijkertijd kalmeren ze iedereen. Maar je zal wel niet weten waar ik het over heb. Dat maakt ook niet uit. We hebben elkaar gezien toen je nog klein was, in de Jordaan in een speeltuin.”

Nog voordat ik een woord kon uitkramen, stak ze van wal. “Ik ben Guinevere, mijn ouders hebben mijn vernoemd naar de Keltische prinses en de latere vrouw van Koning Arthur. Klinkt misschien een beetje sprookjesachtig, dat besef ik me. In ieder geval, toen heb ik het je niet kunnen zeggen, maar jij kan dingen. Dingen die niemand anders kan. Ik herinner me dat jij in die speeltuin met iemand speelde. Je lachte, riep zijn naam, rende rond. Maar die iemand was er niet. Jij ziet dingen die anderen niet zien. Dat voelde ik toen al.”

“Sorry, maar ik weet niet waar je het over hebt,” stamelde ik, “hoe weet je trouwens waar ik heb gewoond?” Ik had zoveel vragen. Vragen waar ik nooit een antwoord op zou krijgen, dat wist ik toen al. “Ik herken ogen. Ik onthoud ze en weet precies waar ik ze zie. Jij bent (..), zoon van (..). Jullie woonden half samen in de (..)straat op nummer (..).” Ik stond een beetje met mijn mond half open. Deze vrouw, die er niet uit ziet, kent mij. Kent mijn vader. Kent het oude huis waar we 15 jaar geleden in woonden. Ik heb nog foto’s toen; ik lijk in de verste verte niet op mijn kleine zelf. “Maar, wat.. Hoe.. Wat bedoel je met herinneringen zijn dromen die echt zijn geworden?”

Ze lachte. Ze had me, en dat wist ze. “Omdat jij die zin riep, keihard in de speeltuin. Spelend met je onzichtbare vriendje. Je vader was lekker op een bankje naar je aan het kijken. Ik zat zelf met mijn dochter in de zandbak.” Ik geloofde haar niet meer. Niemand kan zoveel details meenemen uit het verleden. Gelukkig was het mijn halte en ik stond op. Ik draaide me om om afscheid te nemen maar ze was me voor: “Je zal me niet direct geloven. Maar over een aantal jaar zal je jezelf geaccepteerd hebben, en zal je je dit gesprek herinneren. Je staat nooit alleen. Kraaien en kauwtjes zijn met je, je bent een galgaldr. Wees trots op wie je bent. Ik ben het wel.

Beduusd ben ik toen naar huis gegaan. Nooit meer aan gedacht totdat Mirren mij meenam naar Castlefest waar ik Lennart, of Runeraaf, ontmoette. Ook hij zag meer aan mij, aan mijn kauwtjes. Dat was het moment waarop alles op zijn plaats viel. En in mijn achterhoofd klonk het zachtjes galgaldr, kraaienspreker.

PS: de foto is niet van mij. Ik probeer juist zo min mogelijk kauwtjes en kraaien online te zetten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.